|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
Het snijpunt van een lijn met een
vlak. |
|
|
Eigenlijk hebben we
daar al een boel voorbeelden van behandeld in de vorige les over
schaduwen tekenen. Alleen was het vlak toen altijd horizontaal (de bodem
namelijk).
Hoe moet het als het vlak niet horizontaal is, maar "scheef" ligt?
Je zou natuurlijk je hele tekening zó kunnen draaien dat het vlak toch
horizontaal komt te liggen, maar dat is op de eerste plaats vaak erg
bewerkelijk, en op de tweede plaats is dan vaak de projectie van de
punten op het (nu horizontale) vlak niet zo makkelijk te vinden.
Er is een makkelijkere manier......
Het hulpvlak.
Die makkelijkere manier maakt gebruik van een hulpvlak. |
Neem de kubus hiernaast waarin je
het snijpunt van lijn EC met vlak PQRS moet construeren.
Dan tekenen je eerst een hulpvlak waar de lijn EC in zijn geheel in
ligt.
Welk hulpvlak?
Nou, dat maakt eigenlijk niet zoveel uit!
Het enige dat ik je aanraad is: kies een beetje een "makkelijk" vlak.
Wat? Geloof je me niet??
Oké.... |
|
Kies dan nu eerst een beetje een
simpel hulpvlak waar EC in ligt, click vervolgens dat vlak in het lijstje
hieronder aan, en ik zal je vertellen hoe je het snijpunt met het door
jou gekozen hulpvlak maakt. |
|
|
Ik kies als hulpvlak: |
• |
EBCH |
• |
EACG
|
• |
EDCF |
• |
anders
|
|
|
|
Zo vind je inderdaad elke keer
het zelfde snijpunt. Dat hulpvlak doet er verder niet veel toe.
Elke keer komt het vinden van het snijpunt van een lijn met een vlak
gewoon neer op de volgende drie stappen: |
|
|
Snijpunt van
vlak V met lijn l: |
|
|
1. |
Leg een hulpvlak
door lijn l. |
2. |
Teken de snijlijn
s van dat hulpvlak met vlak V. |
3. |
Teken het snijpunt
van die snijlijn s met lijn
l. |
|
|
|
|
Nou, daar moet je het maar mee
doen..... |
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Construeer het snijpunt van lijn PQ met vlak
ABC. Geef iedere keer een duidelijke uitleg. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
b. |
c. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
d. |
e. |
f. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
g. |
h. |
i. |
|
|
|
|
2. |
In stap 3 bij het tekenen van het
snijpunt van een lijn met een vlak hierboven staat: "Teken
het snijpunt van die snijlijn s met lijn l".
Maar dat zou mis kunnen gaan als s en l evenwijdig
zijn! Dan is er immers geen snijpunt?
Leg uit wat er dan aan de hand is, en waarom dat niet zal
gebeuren. |
|
|
|
|
3. |
De ondoorzichtige kubus hieronder
heeft een rechthoekig gat in het bovenvlak.
Er valt licht op de kubus uit de puntvormige lichtbron L. De
wanden van de kubus weerkaatsen het licht niet.
Teken het deel van de binnenkant van de kubuswanden dat verlicht
wordt door de lamp. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
In de piramide T.ABCD is PQ evenwijdig aan RS.
Op het verlengde van lijnstuk TB ligt ergens een punt waar je de lijnen PQ en RS
voor een deel ziet
samenvallen.
Construeer dat punt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Trek de lijn door M die de kruisende lijnen BN en GC
snijdt. |
|
|
|
|
|
6. |
In de piramide hiernaast zijn BK en RS kruisende
lijnen
Teken de lijn door M die deze beide kruisende lijnen snijdt. |
|
|
|
|
|
7. |
Construeer het
snijpunt van PC met vlak DAT. |
|
|
|
|
|
8. |
Construeer in de
figuur hiernaast de lijn door A die PF én GC snijdt. |
|
|
|
|
|
9. |
Construeer in de
figuur hiernaast de lijn die door B gaat en zowel AH als EP snijdt. |
|
|
|
|
|
|
10. |
Teken in de balk hiernaast het
snijpunt van AG met vlak HFM |
|
|
|
|
|
|
|
11. |
In kubus ABCD.EFGH is Q
een punt van EH. Verder is S het snijpunt van AF en EB.
Ergens op AB ligt een punt P zodat QS en DP elkaar snijden.
Construeer de plaats van punt P. |
|
|
|
|
|
|
|
12. |
examenvraagstuk VWO
Wiskunde B, 1990
Ten opzichte van
een rechthoekig assenstelsel Oxyz is de balk OABC.DEFG gegeven
door de punten:
O(0,0,0), A(4,4,0), B(0,8,0) en D(0,0,4).
In onderstaande figuur is deze balk zo getekend dat rechthoek OBFD op
ware grootte is weergegeven.
Het punt P is het midden van lijnstuk BC.
De lijn AG snijdt vlak DFP in punt Q. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Teken punt Q in
deze figuur. Licht je werkwijze toe. |
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|