|
|
Verdelingen veranderen. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
Als leraar moet je
vaak verdelingen veranderen!
Neem bijvoorbeeld de lerares Nederlands die een toets heeft gegeven en
daar de volgende cijfers op zou moeten geven: |
|
|
3,5 6,4 4,8 2,1 7,0 5,6
5,8 6,2 5,4 4,1
5,7 6,7 6,8 6,8 7,4 5,1
5,2 4,3 3,0 5,9
7,2 8,1 6,0 6,4 5,5 |
|
|
|
Zo! Oei!!
Da's niet al te best.
Ze tekent ter illustratie het histogram hiernaast en berekent met haar
TI-83 dat het gemiddelde gelijk is aan 5,64 en de standaarddeviatie
1,39. Die zijn in de figuur hiernaast aangegeven.
Maar goed, de toets was ook wel een beetje erg lang geweest...
Ze besluit om de cijfers wat op te gaan waarderen.
Nou kan dat op meerdere manieren, maar twee zijn de meest gebruikte
opwaardeermethoden, en dat zijn de volgenden: |
|
Methode 1:
Geef iedereen er gewoon een zelfde hoeveelheid bij.
Bijvoorbeeld: "Iedereen krijgt 0,8 punt hoger"
Methode 2: Verander de omrekenfactor.
Bijvoorbeeld: "Vermenigvuldig alle cijfers met 1,2"
ofwel "Geef iedereen 20% extra". |
|
|
Hoe veranderen het gemiddelde en de
standaarddeviatie daardoor? |
|
|
Dat kun je het best zien aan het
histogram.
Bij methode 1 krijgt iedereen er bijvoorbeeld 0,8 punt bij, dus dat wil
zeggen dat elke staaf 0,8 verder naar rechts komt te liggen. Ofwel: het
histogram verschuift in zijn geheel naar rechts. De vorm ervan blijft
daarbij gelijk.
Dat zal er dus ongeveer zó uitzien: |
|
|
|
|
|
Je ziet dat het gemiddelde
daardoor óók 0,8 groter zal worden, maar dat de standaarddeviatie gelijk
blijft! De standaarddeviatie is immers zoiets als de breedte van het
histogram, en die breedte (hoe ver de getallen uit elkaar
liggen)verandert niet bij het verschuiven. |
|
|
Bij methode 2 wordt elk cijfer
bijvoorbeeld met 1,2 vermenigvuldigd. Een 2 wordt een 2,4 en een 3 wordt
een 3,6. Maar dat betekent dat die eerste staaf van 2 naar 3 nu van 2,4
naar 3,6 loopt. Dus die is 1,2 keer zo breed geworden.
En dat geldt voor élke staaf van het histogram. Dus het hele histogram
wordt 1,2 keer zo breed. Dat ziet er ongeveer zó uit: |
|
|
|
|
|
Als de breedte van het histogram
1,2 keer zo groot wordt, dan wordt de standaarddeviatie dat ook.
Conclusies voor het veranderen van verdelingen: |
|
|
elk getal +a
⇒ |
|
• gemiddelde +a
• standaarddeviatie ongewijzigd |
|
|
|
elk getal
×a
⇒ |
|
• gemiddelde ×a
• standaarddeviatie ×a |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
standaarddeviatie |
|
|
steekproeven |
|
|
|
1. |
Een schaatscoach heeft van één van zijn rijders
tijdens een training de rondetijden van een aantal rondjes (van
elk 400 meter) bijgehouden. Dat gaf de volgende tijden: |
|
|
|
30.3 30.7 30.7
31.6 31.7 31.8
33.2 33.5 33.9
34.0 34.0 35.3
35.4 35.5 36.5
37.9 38.5 38.6 |
|
|
|
|
a. |
Bereken het gemiddelde en de standaarddeviatie
van deze tijden. |
|
|
|
|
|
|
De coach gaat ook de gemiddelde snelheid (in
km/uur) voor de rondjes berekenen.
Dat doet hij met de formule v = 1440/t
waarin v de snelheid in km/uur is en t de tijd in
seconden. |
|
|
|
|
|
b. |
Leg uit waar deze formule vandaan komt en
bereken voor alle rondjes de snelheid v. |
|
|
|
|
|
c. |
Bereken de gemiddelde snelheid en
de standaarddeviatie daarvan die de coach voor deze rondjes zal
vinden. Leg ook uit waarom je de regels voor getallen
veranderen uit de theorie hierboven niet kunt gebruiken. |
|
|
|
|
|
d. |
Wat zou het gemiddelde en de
standaarddeviatie van de snelheden zijn als de coach de
snelheden niet in km/uur maar in m/s zou hebben berekend? |
|
|
2. |
Voor een populaire discotheek moet iedere
bezoeker €5,00 entreegeld betalen,
en verder verdient de discotheek natuurlijk ook nog aan alle
drankjes die men neemt. Het blijkt dat de bezoekers
gemiddeld een bedrag van €22,50 aan
drankjes
besteden, met een standaarddeviatie van €6,80.
Neem in onderstaande vragen aan dat bij prijswijzigingen het
drankgebruik van degenen die komen niet verandert (het aantal
bezoekers dat komt zal ongetwijfeld wél veranderen). |
|
|
a. |
Op een avond verhoogt men het
entreegeld met €2,00.
Hoe groot zullen dan de totale uitgaven per persoon en de
standaarddeviatie daarvan worden? |
|
|
|
|
b. |
Op een andere avond heeft men de
actie "Alle drankjes 30% korting".
Hoe groot zullen dan de totale
uitgaven per persoon en de standaarddeviatie daarvan worden? |
|
|
|
|
c. |
Op een derde avond
verlaagt men de entreeprijs naar
€3,00 maar verhoogt men de prijs van de drankjes met 16%. Hoe
groot zullen dan de totale uitgaven per persoon en de
standaarddeviatie daarvan worden? |
|
3. |
Het KNMI heeft een groot aantal
dagen de gemiddelde temperatuur in ons land bijgehouden. Men
vond een gemiddelde temperatuur van 18,4 ºC met een
standaarddeviatie van 4,8 ºC
In o.a. de Verenigde Staten gebruikt men echter niet de eenheid
"graden Celsius" (ºC) maar "graden
Fahrenheit" (ºF)
De omrekening gaat volgens de formule F = 1,8 • C + 32.
Bereken het gemiddelde en de standaarddeviatie van de
temperaturen die het KNMI heeft gemeten in graden Fahrenheit. |
|
|
|
4. |
Voor dameskleding gebruiken Europa, Engeland en
Amerika verschillende maten.
In de twee tabellen hieronder zie je welke maten voor blouses,
truien en kousen bij elkaar horen en de verschillende landen. |
|
|
|
|
Dameskleding Blouses/Truien |
Europa |
40 |
42 |
44 |
46 |
48 |
50 |
52 |
Engeland |
34 |
36 |
38 |
40 |
42 |
44 |
46 |
Amerika |
32 |
34 |
36 |
38 |
40 |
42 |
44 |
|
|
|
|
|
Dameskleding Kousen |
Europa |
33 |
34 |
36 |
38 |
40 |
42 |
44 |
Engeland/Amerika |
8 |
8,5 |
9 |
9,5 |
10 |
10,5 |
11 |
|
|
|
|
|
a. |
Een winkel in Engeland heeft een
voorraad truien in het magazijn liggen met een gemiddelde maat
42 en een standaarddeviatie van 1,8. Wat zouden het gemiddelde
en de standaarddeviatie van deze voorraad in Europa zijn? |
|
|
|
|
b. |
De verkoop van kousen van een winkel in Amerika
had de afgelopen week een gemiddelde maat 10 met een
standaarddeviatie van 1,4. Wat zouden het gemiddelde en de
standaarddeviatie van deze verkoop in Europa zijn? |
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|