OPGAVEN
1. Vaas A heeft vier ballen genummerd 1 tm 4, vaas B heeft 6 ballen genummerd 1 tm 6.
Trek uit elke vaas een bal.
Hoe groot is de kans dat de bal uit B een hoger nummer heeft dan die uit A?
2. Een nummerbord bestaat uit:     2 cijfers - 2 letters - 2 cijfers
Hoeveel verschillende nummerborden zijn er mogelijk?

OPLOSSING
1. Zie het roosterdiagram hiernaast.
Bij 14 van de 24 mogelijkheden heeft B een hoger nummer dus de kans is
14/24
  Vaas B
1 2 3 4 5 6
v
a
a
s

A
1 * B B B B B
2 A * B B B B
3 A A * B B B
4 A A A * B B
2. Voor de cijfers 10 en voor de letters 26
Dat geeft 10 • 10 • 26 • 26 • 10 • 10 =
6760000