|
|
Het
complexe vlak. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
Zo, we hebben dan nu wel een
nieuw getal, √(-1) = i
geïntroduceerd, maar dan blijft toch die knagende vraag:
|
Wat moet je je er bij
voorstellen? |
|
Kijk, al die gewone getallen dat was geen probleem; die kunnen we ons
makkelijk voorstellen want die liggen met z'n allen netjes op een
getallenlijn.
Ook negatieve getallen passen er op, en zelfs vreemde getallen als -5/7
en √2 en p
en e hebben allemaal een plekje. |
|
|
|
|
|
Maar waar ligt i ?
We kunnen op het spoor van i komen als we gaan kijken wat de
basisbewerkingen doen met getallen op de getallenlijn. In feite gaan we
proberen algebra (rekenkundige bewerkingen) te vertalen maar meetkunde.
Wat kenmerkt nou een getal?
Dat is zijn afstand tot het getal nul (hoe groot het getal is) en
verder zijn richting (naar rechts positief en naar links negatief
hebben we afgesproken). Laten we daarom een getal zien als een pijl naar
links of naar rechts vanaf het getal 0. Hier zie je een paar getallen en
hun pijl: |
|
|
|
|
|
OPTELLEN
en AFTREKKEN
Dat doe je door gewoon de pijlen aan elkaar te leggen. Het begin
van de tweede pijl aan het uiteinde van de eerste. Dat heet de kop-aan-staart
methode. Het resultaat van een optelling loopt van het begin van de
eerste pijl naar het eind van de tweede. Hieronder zie je twee
optellingen: 3 + 2 = 5 en 2 + (-6) =
-4 |
|
|
|
|
|
Aftrekken is eenvoudig te doen:
zie het gewoon als erbij optellen van een negatief getal.
2 - 8 kun je zien als 2 + (-8) |
|
|
VERMENIGVULDIGEN |
|
Vermenigvuldigen met een positief
getal maakt de afstand tot het getal 0 zoveel keer zo groot.
Hieronder zie je 3 • 2 = 6 en 4 • -1 = -4 |
|
|
|
|
VERMENIGVULDIGEN
met -1 |
Dat betekent dat het teken
omdraait, en op de getallenlijn betekent dat dat het getal wordt
gespiegeld ten opzichte van 0. Het komt precies even ver aan de andere
kant. Hieronder zie je 5 • -1 en -3 • -1 |
|
|
|
|
|
VERMENIGVULDIGEN
met i |
Van vermenigvuldigen met i
weten we nog niet zoveel. Het enige dat we tot nu toe kunnen zeggen is:
|
|
"Als je het twee keer doet,
dan is dat hetzelfde als vermenigvuldigen met -1" |
|
Immers i • i = -1
En ook 4 • i • i = -4 en -6 • i
• i = 6
We willen daarom graag het vermenigvuldigen met -1
opsplitsen in twee delen. Maar ja, hoe doe je dat? Hoe spiegel je
halverwege? Je kunt moeilijk zeggen "We gaan eerst halverwege
tot het getal 0" , want dan zou vermenigvuldigen met i dus
altijd nul opleveren. Bovendien: hoe moet je de tweede etappe dan
maken? In nul ben je vergeten waar je vandaan bent gekomen, dus ook waar
je naar toe moet.
Problemen.......Problemen!!!.......Problemen!!!!!
De oplossing is gelukkig heel eenvoudig.
Als je je maar realiseert dat spiegelen in een punt
hetzelfde is als draaien over 180º.
En draaien over 180º kun je heel makkelijk in twee
etappes opsplitsen, namelijk twee keer draaien over 90º.
Conclusie:
|
vermenigvuldigen met i
= "halverwege" draaien over 180º
= draaien over 90º |
|
|
|
Dus waar ligt het getal i:
het is 1 • i dus we moeten het getal 1 draaien over 90º: |
|
|
|
|
|
YES!
Gevonden!! |
|
Het kostte zo'n moeite om i
te vinden omdat hij zich niet OP onze getallenlijn
bevond, maar er BOVEN!
i verschool zich al die tijd gewoon in een andere
dimensie!
Maar nu hebben we hem te pakken en daarmee alle broertjes als 2i
en 3i en zo ook: gewoon draaien over 90º.
Dat betekent dat de complexe getallen niet meer netje op een lijn
liggen, maar in een vlak.
Dat "complexe vlak" ziet er dus zó uit: |
|
|
|
|
|
|
In plaats van het te hebben over
de x-as en de y-as, spreken we in het complexe vlak over
de Reeële as en de Imaginaire as.
Bedenk goed dat zo'n "punt" in dat complexe vlak dus niet
een punt is zoals je met coördinaten in het reële vlak gewend bent! In
het complexe vlak is een punt een getal, en niet een
combinatie van twee getallen!! Dat blauwe punt hierboven heeft dus NIET
coördinaten 2 en 3i, nee: het is in zijn geheel
het getal z = 2 + 3i. |
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Teken in het complexe vlak de
verzameling van alle getallen z waarvoor geldt: |
|
a. |
Re(z) = -5 |
c. |
Im(z) < 3 |
e. |
(Re(z))2 + (Im(z))2 =
16 |
|
b. |
Re(z) = Im(z) |
d. |
-2 < Re(z) < 4 |
f. |
Re(z) < 2 • Im(z) |
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Waar in het complexe vlak denk je dat
√i
zal liggen? Kun je √i
schrijven als a + bi ? |
|
|
|
|
3. |
Teken in het complexe vlak de getallen
z1 en z2, en vervolgens ook
de getallen
z3 = z1 + z2
en z4 = z1
- z2
en z5 = 3 • z1 |
|
|
|
|
|
a. |
z1 = 2
- 4i
en z2 = 4 + 3i |
|
|
b. |
z1 = -1
- i
en z2 = 5i |
|
|
c. |
z1 = -4 + 3i
en z2 = 3 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
OPTELLEN
in het complexe vlak |
|
|
|
Neem de complexe getallen a
+ bi en c + di.
Wat krijg je als je die optelt?
Nou: a + bi + c + di = (a
+ c) + (b + d)i
|
|
|
|
|
|
In de tekening hierboven zie je
dat het optellen van de complexe getallen z1 en z2
neerkomt op het achter elkaar aan leggen van de pijlen die bij die
getallen horen. We noemen zulke pijlen vectoren en
die methode van aan elkaar leggen om op te tellen heet de kop-aan-staart
methode.
Je ziet dat je een complex getal op twee manieren gebruikt:
• Als een punt in het vlak
• Als een vector bij het optellen. |
|
|
|
|
|
|
|
introductie van
i |
|
|
poolcoördinaten |
|
|
|
4. |
Teken in het complexe
vlak de volgende optellingen:
a. (4 - 3i) + (5 + 3i)
b. -2i + (-3 - i)
c. 4 + (2 - 3i) + (i + 5) |
|
|
|
|
5. |
Onderzoek met een aantal
getallen en bijbehorende tekeningen hoe aftrekken in het
complexe vlak in zijn werk gaat.
a. Teken daarna in de figuur hiernaast het getal z1
- z2.
b. Teken: (-3 - 4i)
- (1 - 3i)
+ (6 - 4i) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
z1 is
het punt 3 + i
z2 ligt op de lijn waarvoor geldt
Re(z) = Im(z) - 4
z3 is een punt zodat geldt z2
+ z3 = z1
Teken een aantal mogelijke waarden voor z2 en
z3. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|