|
|
Complexe Weerstanden. |
ฉ
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
Hiernaast zie je een eenvoudige
stroomkring uit de natuurkunde. Er is een spanningsbron met spanning V
getekend (bijvoorbeeld een batterij) en een weerstand met weerstand R
(bijvoorbeeld een lampje). Voor de stroom die er door de weerstand gaat
en de spanning die erover staat en de grootte van de weerstand geldt de
zogenaamde wet van Ohm: |
|
|
|
|
|
Daarin is V de spanning in Volt, I
de stroom in Amp่re en R de weerstand in Ohm. Tot zover niets aan de
hand, ik neem aan dat je deze formule al wel kende en ook al hebt
gebruikt bij natuurkunde.
Maar het kan natuurlijk veel en veel interessanter.....
Op de eerste plaats zouden we in plaats van gelijkspanning ook wel
wisselspanning kunnen gebruiken. Je weet wel, die van uit je
stopcontact! De spanning hangt dan van de tijd af volgens V = V0
cos(ωt). Het getal
w bepaalt hoe snel de spanning varieert. Voor
50Hz uit ons stopcontact geldt
ω = 2π
50 = 100π. Wisselspanning geven we
aan door zo'n golfje bij de spanning als hiernaast |
|
En op de tweede plaats zou je ook wel wat interessantere dingen in je
stroomkring kunnen opnemen. Bijvoorbeeld een spoel of een condensator.
Alleen geldt voor die apparaten de wet van Ohm niet! Daarvoor zullen we
een nieuwe wet moeten verzinnen.....
Dat gaat in drie stappen. |
|
|
|
|
STAP 1 : Steady-State.
We bekijken alleen "eenvoudige" netwerken. Daarmee bedoelen
we netwerken die door ้้n wisselspanningsbron worden aangedreven. Die
spanningsbron levert een spanning V0
cos(ωt).
Dat betekent dat, als je lang genoeg wacht om opstarteffecten niet mee
te tellen, het hele systeem op den duur de periode van de
aandrijfspanning zal hebben. Dus elke stroom en elke spanning in het
systeem zal van de tijd afhangen via een factor cos(wt).
Het hele netwerk zal met dezelfde frequentie gaan pulseren. Maar
natuurlijk zal niet elk onderdeel van het netwerk op hetzelfde moment
zijn maximale stroom/spanning hebben...
De spanning over een willekeurig onderdeel X zal er uitzien als V(t)
= V0X cos(ωt +
φX) |
|
|
STAP 2: Complexe spanning
en stroom
En nu komt de grote
gedachtesprong (je moet er maar opkomen):
|
Die V0 cos(ωt
+ φ)
dat is het re๋le deel van V0 ei(ωt+φ)
. |
|
Het voordeel van deze nieuwe
schrijfwijze is, dat er geldt V0 ei(ωt+φ)
= V0 eiωt
eiφ =
(V0 eiφ
) eiωt
En die laatste factor staat er voor elk
deel van onze stroomkring hetzelfde! Daarom laten we hem
voortaan maar weg, en stellen de spanning voor door V = V0
eiφ .
Je moet je na de berekeningen alleen w้l
bedenken dat je om de werkelijke spanning te krijgen je antwoorden moet
vermenigvuldigen met eiωt
en er vervolgens het re๋le deel van moet nemen.
Waarom mag dat?
Het enige dat we doen bij berekeningen aan stroomkringen is spanningen
en stromen bij elkaar optellen. Daarbij is bekend dat de som van de
stromen in een knooppunt nul is, evenals de som van de spanningen over
een lus.
Kijk wat er bij dat optellen van spanningen gebeurt in het werkelijke
model en ook in het complexe model:
Stel dat je twee spanningen V1(t) = V10
cos(ωt
+ φ1)
en V2(t) = V20 cos(ωt
+ φ2)
wilt optellen.
In "werkelijkheid" geeft dat: VS(t) = V1(t)
+ V2(t) = V10 cos(ωt
+ φ1)
+ V20 cos(ωt
+ φ2)
Met de complexe representatie: VS = V01eiφ1
+ V02 eiφ2
Vermenigvuldig met eiωt
: VS = (V01eiφ1
+ V02 eiφ2)
eiωt
= V01ei(φ1+ωt)
+ V02 ei(φ2
+
ωt)
= V01{(cosφ1
+
ωt)
+ i(sin(φ1
+
ωt)}
+ V02{cos(φ2
+
ωt)
+ isin(φ2
+
ωt)}
Neem daarvan het re๋le deel: VS = V01
cos(φ1
+
ωt)
+ V02 cos(φ2
+
ωt)
En dat is inderdaad precies hetzelfde als de spanning die we eerder
vonden. Dat betekent dat we deze representatie mogen gebruiken zolang we
ons maar beperken tot het optellen van stromen en spanningen. |
|
|
STAP 3:
Spoel en Condensator. |
|
|
|
SPOEL
Voor een spoel geldt uit de natuurkunde, dat V = L dI/dt
waarbij L de zogenaamde inductie van de spoel
is (eenheid henry (H)). Als we de stroom in de complexe representatie voorstellen door
I = I0eiφ
dan is dat eigenlijk, met de tijd erbij
I = I0 ei(ωt
+
φ)
dan geldt V = L dI/dt
= L ei(ωt
+
φ) iω
= L eiωt
eiφ iω
= iωL eiφ
eiωt
In de complexe representatie laten we die factor eiωt
weg en dan staat er V = iωL
I
Dat lijkt behoorlijk op de wet van Ohm, maar nu met iωL
in plaats van R |
|
|
|
CONDENSATOR
Voor een condensator geldt uit de natuurkunde dat Q = CV en
I = -dQ/dt
waarbij Q de lading is, en C de capaciteit van de condensator
(eenheid Farad (F)).
Deze twee kun je combineren:
|
|
En als je nu de stroom voorstelt door I = I0
ei(ωt +
φ) dan geeft dat: |
|
Alweer een soort wet van Ohm, maar nu met -1/iωC
in plaats van R. |
|
Als je de complexe
representatie gebruikt,
dan mag je ook voor spoel en condensator de "wet van
Ohm" gebruiken,
met respectievelijk RS = iωL
en RC = -1/iωC |
|
|
|
|
|
Maar denk erom:
Je mag alleen stromen en spanningen bij elkaar optellen.
Na afloop moet je je antwoorden vertalen naar de werkelijkheid
door te vermenigvuldigen met eiωt en
daarna het re๋le deel te nemen. |
|
|
Uitgebreid Voorbeeld. |
|
|
|
Laten we het netwerk hiernaast
bekijken.
De spanning is 220 Volt en 50Hz, dus V(t) = 220
cos(100πt)
Verder is C1 = 0,2μF en
C2 = 0,5μF en R = 10000Ω.
Geef een formule voor de stroom I(t)
Voor de vervangingsweerstand R van R en C2 samen geldt:
Dus :
Tel daar C1 bij op om de totale vervangingsweerstand van het
hele netwerk te krijgen:
|
|
Nu de "aangepaste wet van Ohm"
voor deze complexe weerstand:
Om nu de werkelijke stroom te vinden moeten we nog vermenigvuldigen met
ei100π
en daarna het re๋le deel nemen.
Dat geeft I(t) = 0,0046 cos(100πt)
- 0,0182 sin(100πt)
Hieronder zie je in een plaatje hoe V(t)
en I(t) er uitzien: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
cosz en sinz |
|
|
formule van Cardano |
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Nu je de stroom I(t) in het bovenstaande
netwerk kent, kun je daarmee de spanning V(t) over C1
berekenen, en daarmee ook de spanning over R en C2
samen (die is immers V - VC1)
Dan kun je ook de stroom I(t) die alleen door C2
gaat berekenen.
Maak die berekening. |
|
|
|
|
|
2. |
Geef voor de volgende netwerken een formule voor
de stroom I(t) door de weerstand R. De spanningsbron
levert iedere keer een spanning V(t) = 220 cos(100πt). |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Iemand wil graag een 120-Watt lamp in serie
schakelen met een spoel op een spanningsbron van 220Volt en
50Hz. Als de lamp goed moet branden, dan hoort er 120/220
= 0,545... amp่re wisselstroom door te gaan.
Hoe groot moet de inductie L van de spoel zijn zodat de lamp
goed brandt? Denk erom dat de lamp zelf uiteraard ook een
Ohmse weerstand heeft. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ฉ
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|