|
|
De formule van Euler. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
We hebben intussen al allerlei
bewerkingen met complexe getallen bekeken.
• Optellen en aftrekken (kop-aan-staart).
• Vermenigvuldigen en delen (draaivermenigvuldigen).
• Machtsverheffen (regel van de Moivre).
Welke moeten nog?
• Exponenten met i in de macht.
• Logaritmen.
• Sinus en Cosinus.
En het leuke is, dat deze drie nauw met elkaar verbonden zijn! Van
logaritmen en exponenten had je dat natuurlijk wel verwacht, want die
zijn elkaars inverse. Maar ook goniometrische functies (sinus en
cosinus) hebben heel veel te maken met exponentiële (terwijl dat
bij de reële getallen helmaal niet zo was).
Nieuwsgierig geworden?
Mooi. Laten we de ontdekkingsreis maar beginnen... |
|
|
Exponenten. |
|
|
|
Wat gebeurt er als er in de macht
een complex getal hangt?
Neem als voorbeeld 2z = 2a +
ib .
Omdat weer alle "gewone" regels voor het rekenen met machten moeten
blijven gelden, is 2a+ ib = 2a
• 2ib .
Dat eerste deel 2a daar is niets mee aan de hand:
gewoon twee reële getallen.
Het probleem is:
2ib zal ook wel een complex getal zijn. Stel
daarom 2ib = x + iy Wat valt er dan
van de x en y te zeggen?
Een aanwijzing kunnen we krijgen door i de vervangen door -i.
Als 2ib = x + iy dan
is 2-ib = x + -iy = x - iy.
Het mooie komt als we die twee met elkaar vermenigvuldigen:
2ib • 2-ib = (x + iy)
• (x - iy) = x2 + y2
Maar volgens oude regels is 2ib • 2-ib
= 2ib - ib = 20 = 1, dus moet
ook gelden dat x2 + y2 =
1
Conclusie:
|
• als 2ib
= x + iy dan is x2
+ y2 = 1
• dus het getal 2ib ligt
op de eenheidscirkel |
|
|
Dat betekent dat 2ib
met poolcoördinaten te schrijven is als cosφ
+ i • sinφ
Maar wat is het verband tussen b en φ?
Een aanwijzing krijg je als je 2ib en cosφ + i • sinφ
als functies ziet, en er de afgeleide van opschrijft:
De afgeleide van 2ib is i • 2ib
• ln2 = i ln2 • 2ib
De afgeleide van cosφ + i
• sinφ is
-sinφ + i • cosφ
= i • (isinφ
+ cosφ) =
i • (cosφ + i • sinφ)
Daar staat bijna twee keer
hetzelfde! Er staat steeds "afgeleide = i • functie zelf".
Alleen die vervelende ln2 bederft de boel een beetje... Als we die nou
weg zouden kunnen werken.....
Maar wacht eens even...dat kan natuurlijk, door niet 2 als grondtal te
kiezen (die was immers tóch willekeurig) maar e. Dan verdwijnt
die ln2-factor, immers lne = 1.
Bekijk daarom de functies f(z) = cosz
+ i • sinz en
g(z) = eiz
Daar weten we nu het volgende van:
• eigenschap 1: f(0) = g(0)
• eigenschap 2: f '(z) = i
• f(z) en g'(z)
= i • g(z)
Laten we de grafieken van f(z) en g(z)
in gedachten gaan tekenen. Stap voor stap:
|
We beginnen bij beiden in het punt (0,0). |
|
|
Maar eigenschap 2 zegt, dat als de functies
gelijk zijn, dat dan ook hun afgeleides gelijk zijn. Dus in
(0,0) hebben deze functies ook dezelfde afgeleide. |
|
|
De afgeleide zegt hoe een functie verandert.
Het was ooit immers de helling van een punt naar een punt vlak
ernaast? Dus als de functies door hetzelfde punt gaan, én
dezelfde helling hebben, dan zal dat ook het zelfde "punt vlak
ernaast" opleveren. |
|
|
De grafieken begonnen beiden in (0,0) en gaan
dus beiden door hetzelfde punt vlak ernaast.
In dat tweede punt zijn de functies gelijk, dus hun hellingen
(eigenschap 2) óók weer.
Maar dat betekent dat de stap naar het volgende punt vlak
daarnaast ook hetzelfde zal zijn.
Dus het volgende punt is ook gelijk...... |
|
|
|
|
En zo gaat dat alsmaar door. Omdat de
functiewaarden in een punt gelijk zijn, zijn de hellingen dat
ook, dus komen in hetzelfde punt vlak ernaast. De enige
mogelijke conclusie is dat de grafieken precies gelijk zijn.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Deze formule heet de "formule van
Euler" en is een erg belangrijke formule. Het geeft ons de mogelijkheid
om complexe machten te berekenen. Bedenk dat de
φ
uit de formule een gewoon reëel getal is! Verder geeft de formule ook
een verband tussen goniometrische formules en exponentiële. In het
complexe vlak ontmoeten de werelden van de goniometrie en de exponenten
elkaar!
(Deze "afleiding" van deze formule was
wiskundig niet supernetjes en verantwoord. Zo'n punt vlak ernaast is
bijvoorbeeld op een getallenlijn makkelijk, maar hoe is dat in een vlak?
Wat stelt de complexe afgeleide eigenlijk precies voor? En bestaat die
afgeleide overal wel? Een preciezere, maar ook moeilijker, afleiding zou
hier te ver voeren. Een iets mooier bewijs staat hiernaast, maar
daarvoor moet je wel weten wat een Taylorreeks is). |
|
|
Deze nieuwe formule geeft nu een
derde manier om een complex getal te noteren:
|
complex getal: |
• |
z =
x + iy |
• |
z =
r • (cosφ + i •
sinφ) |
• |
z =
r • eiφ |
|
|
|
|
|
De mooiste formule ter wereld... |
|
|
Een speciaal geval voor de formule
van Euler krijg je als je
φ =
π neemt.
Dan staat er eiπ
= cosπ + i • sinπ
= -1 + i • 0 = -1 en daaruit volgt:
|
Een enquête door het wiskundetijdschrift "Mathematical Intelliger"
wees uit dat dit met afstand de mooiste formule ooit werd gevonden. Bij
een enquête in "Physics World" kwam deze formule op een gedeelde
eerste plaats, dus ook natuurkundigen vinden het een geweldige formule!
Waaróm is dit zo'n geweldige formule?
Vooral vanwege zijn eenvoud.
Er komen de vijf belangrijkste wiskundige constanten in voor (0, 1,
π, e en i)
Er komen de drie belangrijkste bewerkingen in voor (optellen,
vermenigvuldigen en machtsverheffen).
Verder alleen nog een = teken en dat is alles!
PRACHTIG! |
|
|
|
|
|
|
|
|
machtsfuncties |
|
|
logaritmen |
|
|
|
|
|
|