6. |
Bereken de inhoud van de volgende
figuren in één decimaal nauwkeurig: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
Een prisma ABCDEF met zijden zoals
hiernaast wordt door vlak ABF in twee delen verdeeld.
Bereken de verhouding tussen de inhouden van die twee delen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
De kegel hiernaast heeft straal grondvlak 4.
Lijnstuk AT heeft lengte 10. Het stond oorspronkelijk loodrecht op
de bodem, maar is langzaamaan scheef gezakt, en maakt daardoor nu
een hoek a met de bodem. De lengte
ervan is wel 10 gebleven.
Hoe groot moet deze hoek zijn als de inhoud van de kegel gelijk is
aan de helft van de oorspronkelijke inhoud? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
In een suikerzakje zit 5 gram suiker. De dichtheid
van suiker is 1,6 g/cm3
Hiernaast zie je een aantal fraai gevormde suikerzakjes met
daarnaast een modeltekening van deze vorm..
Berken hoeveel procent van de inhoud van zo'n zakje met suiker is
gevuld. |
|
|
|
|
|
|
|
10. |
Van het (scheve)
prisma hiernaast is de inhoud 1 liter. Het grondvlak is een
gelijkzijdige driehoek met zijden van 8 cm. |
|
|
|
|
|
a. |
Laat
zien dat de hoogte h van het prisma gelijk is aan 36,1 cm. |
|
|
|
|
b. |
Een
piramide met dezelfde hoogte en inhoud als het prisma heeft een vierkant
grondvlak. Bereken de zijde van dat grondvlak. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|