Stel bijvoorbeeld dat je op één of andere
manier hebt ontdekt dat een lijn door (2,6) en (7,12)
gaat.
De formule zal altijd zijn y = ax + b.
Je zult moeten vinden welke a en welke b bij deze lijn
horen.
Stap 1.
Dan gaan we eerst op zoek naar het hellinggetal a.
We zien aan de twee punten: bij 5 stappen opzij (7 -
2) moet je 6 omhoog gaan (12 - 6)
Dat betekent bij één stap opzij 6/5 = 1,2
stap,omhoog. Dus a = 1,2
Hoe hebben we die a berekend:
Met het symbool
Δ bedoelen we voortaan
"verschil"
Tussenstand: de formule is y = 1,2x + b
Stap 2.
Hoe vinden we b?
Simpel: vul gewoon één van beide punten in!!!
Neem bijvoorbeeld het punt (2,6). Dat betekent x = 2
en y = 6 dus 6 = 1,2 • 2 + b
⇒ 6 = 2,4 + b ⇒
b = 6 - 2,4 = 3,6
De vergelijking is
dan: y
= 1,2x + 3,6 |
1 |
a. Geef een vergelijking van de
lijn door (3, 7) en (6, 24) |
|
|
|
b. Geef een vergelijking van de
lijn door (12, 80) en (36, 32) |
|
|
|
c. Geef een vergelijking van de
lijn door (-2.3, 8.4) en (4.0, 7.5) |
|
|
|
d. Geef een vergelijking van de
lijn door (1, 7) en (6, 19) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Onderzoek of de punten
(34, 245) en (40, 325) en (-12, -368) op één lijn
liggen. |
|
|
|
|
|
|
3. |
In
de kantine staat een grote metalen cilindervormige
koffiekan. Elke morgen laat de kantinejuffrouw de van de
vorige dag overgebleven koffie eruit lopen door het
kraantje open te zetten (op t = 0).
Tussen de inhoud van de kan en de verstreken tijd vanaf
het openzetten blijkt een lineair verband te bestaan.
Na 10 seconden stromen zit er in de kan nog 8 liter, na
16 seconden nog 3 liter. |
|
|
a. |
Stel
een vergelijking op voor de hoeveelheid koffie in de kan
als functie van de tijd t vanaf openzetten. |
|
|
b. |
Hoeveel
koffie zat er oorspronkelijk in de kan? |
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
a |
Geef de vergelijking van de lijn door
(3,10) die evenwijdig is aan de lijn y
= 2x + 7 |
|
|
|
|
|
b |
Geef de vergelijking van de lijn door
(3,7) en (6,7) |
|
|
|
|
|
c. |
Geef de vergelijking van de lijn door
(5, 8) die helling 3 heeft. |
|
|
|
|
|
|
5. |
Ik koop bij een ijskraam wat ijsjes
voor mijn kinderen. het blijkt dat de prijs van een ijsje
afhangt van het aantal bolletjes schepijs dat ik erop wil.
Voor 2 bolletjes betaal ik €1,40 en voor 8
bolletjes €2,30.
Geef een formule voor de prijs van een ijsje als functie van het
aantal bolletjes. |
|
|
|
|
|
|
6. |
De scores voor een test bij de
leerlingen kunnen in theorie variëren van 20 tot en met 75.
Een leraar wil daar graag een lineaire schaal van 3,0 tot en met
10,0 van maken.
Geef een formule waarmee hij bij een bepaalde score direct
het bijbehorende cijfer kan uitrekenen. |
|
|
|
|
|
|
7. |
Voor een vaste telefoon betaal je per
jaar een vast bedrag aan abonnementskosten, en daarnaast een
bedrag voor het aantal belminuten dat je gebruikt hebt.
De familie Petersen heeft 532 minuten gebeld en
betaalt €117,84
De familie de Groot heeft 864 minuten gebeld en
betaalt €157,68
geef een formule voor het bedrag als functie van het aantal
minuten. |
|
|
|
|
8. |
Als je wilt weten hoe warm het is, dan
kan een krekel je dat vertellen! Echt waar!!
De Zweedse onderzoeker Arrhenius ontdekte als in de negentiende
eeuw dat het aantal keren dat een krekel tsjirpt een aanwijzing
is voor de temperatuur.
Hij vond het volgende:
• Tel het aantal tsjirps per 14 seconden.
• Tel er 8 bij op.
• Vermenigvuldig met 5.
• Deel door 9.
Dan heb je het aantal graden Celsius! |
|
|
|
a. |
Stel een formule op voor de
temperatuur T (in ºC) als functie van het aantal tsjirps per
minuut (A). |
|
|
|
|
|
b. |
Hoeveel tsjirps per minuut zal een
krekel geven bij een temperatuur van 24ºC? |
|
|
|
|
|
De temperatuur is redelijk nauwkeurig.
De krekel zit er hoogstens 2 graden naast. |
|
|
|
|
|
c. |
In plaats van te zeggen dat de krekel
er 2 graden naast zit kun je ook zeggen dat hij/zij er per
minuut maximaal een aantal tsjirps naast zit. Hoeveel? |
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
examenvraagstuk HAVO Wiskunde A,
2002. Drivewell, een fabriek in de VS
die banden voor personenauto's produceert, onderzocht het verband tussen
het aantal personenauto's in de VS en het aantal banden dat deze fabriek
verkoopt. Uit dit onderzoek bleek dat het aantal banden dat Drivewell
verkoopt bij benadering lineair afhankelijk is van het aantal
personenauto's in de VS. Zie de volgende figuur. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De getekende lijn gaat door de
punten (41; 1.6) en (65; 5.2). Daarmee kun je een vergelijking van
de lijn opstellen. Bereken met behulp van een vergelijking van
deze lijn het aantal banden dat Drivewell waarschijnlijk zal verkopen als
er 100 miljoen auto's in de VS zullen zijn. |
|
|
|
|
|
|
|
|
10. |
Iemand die alcohol heeft gedronken en in een
auto gaat rijden heeft een verhoogde kans op een ongeluk. Deze kans hangt
af van het bloedalcoholgehalte B, dat wordt uitgedrukt in
promillages. Een promillage van 1 wil zeggen dat 1 milliliter bloed één
millegram pure alcohol bevat.
Onderzoekers hebben voor een aantal promillages de verhoogde kans op
een ongeluk vastgesteld. Zie onderstaande figuur. In deze grafiek is
bijvoorbeeld af te lezen dat bij een promillage van 1,3 de risicofactor R
ongeveer 7 is. Dat wil zeggen dat de kans op een ongeluk zeven maal zo
groot is als de kans bij een promillage van 0. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Stel formules op voor de drie
gedeelten van deze grafiek. |
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|