© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||
Vergelijkingen met logaritmen en exponenten. | |||
De stand tot nu toe. | |||
Bij exponentiële functies heb je
al geleerd hoe je vergelijkingen met "x-en in de lucht"
exact kunt oplossen. Daar waren twee manieren voor, kijk maar: 1. "Hopen dat het goed uitkomt" Los op: 6 + 3 • 2x - 4 = 54 Dat geeft 3 • 2x - 4 = 48 ⇒ 2x - 4 = 16. En nou is die 16 "toevallig" precies gelijk aan 24. Dus moet gelden x - 4 = 4 ⇒ x = 8 2. "Dezelfde grondtallen maken" Los op 9 • 27x = 1/3 • 32x + 2 Daar kun je allemaal 3.... van maken, kijk maar: 32 • (33)x = 3-1 • 32x + 2 ⇒ 32 • 33x = 3-1 • 32x + 2 ⇒ 32 + 3x = 32x + 1 Dus moet gelden: 2 + 3x = 2x + 1 ⇒ x = -1 |
|||
Gebruik van logaritmen | |||
Als het allemaal niet zo goed uitkwam dan greep je natuurlijk gewoon snel naar je rekenmachine, je voerde de beide zijden van de vergelijking in bij Y1 en Y2 en "berekende" via CALC - INTERSECT het snijpunt. Om daarna tevreden achterover te leunen..... Maar dat kan nu beter natuurlijk! Zonder dat lelijke afronden. En veel sneller dan via intersect. |
|||
Dat komt voor bij alle exponentiële problemen waarbij de tijd moet
worden berekend. Kijk maar: Voorbeeld 1. Het aantal bacteriën op een Petrischaal in een laboratorium neemt exponentieel toe. Elk uur komt er 12% bij. Om 00:00 uur zijn er 200000 bacteriën. Hoe laat zullen er dan 1000000 bacteriën zijn? Oplossing: De beginwaarde is 200000, de groeifactor is 1,12 en de eindwaarde is 1000000 Dat geeft de vergelijking 1000000 = 200000 • 1,12t 5 = 1,12t ⇒ t = 1,12log5 = LOG5/LOG1,12 ≈ 14,20 uur na 00:00 en dat is om 14'12'' En de echte wiskunde-puristen onder ons gaan dat natuurlijk niet afronden, maar die zeggen gewoon "op tijdstip 1,12log5". |
|||
"Hopen dat het goed uitkomt" is dus vanaf nu niet meer nodig. Maar ook
dat "grondtallen gelijk maken" kan met logaritmen. Stel dat je bijvoorbeeld hebt 12x en je wilt er 6iets van maken. Dan kan, als je je bedenkt dat je grondtal g kunt veranderen in grondtal p door te gebruiken: Voorbeeld
2. |
|||
Dus x = 6log12 • (x
-
1) ⇒ x = x • 6log12 - 6log12 ⇒ 6log12 = x • 6log12 - x ⇒ 6log12 = x • (6log12 - 1) |
|||
Het kan
natuurlijk ook zó:
(zo deden we het in
les E4e over
berekeningen met machten) 6x = 12x - 1 = 12x · 12-1 1/12-1 = 12x/6x 12 = (12/6)x = 2x x = 2log12 Later zullen we nog een andere manier vinden om deze vergelijking met logaritmen op te lossen. |
|||
OPGAVEN | |||