© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
Asymptoten bij parameterkrommen. | |
Ik hoop dat je nog weet hoe je bij gewone functies asymptoten moest onderzoeken. Anders even een snel mini-geheugenopfrisser: | |
|
|
• Verticale asymptoten:
als x naar een bepaalde waarde gaat, gaat y naar
±∞ • Horizontale asymptoten: als x naar ±∞ gaat, gaat y naar een bepaalde waarde. • Scheve asymptoten: als x naar ±∞ gaat, gaat de helling y' naar een bepaalde waarde. Zo, dat was het. Korter kan haast niet. Maar bij parameterkrommen is de zaak wat anders: er is een vergelijking voor x(t) en een vergelijking voor y(t) en die leveren sámen een kromme op. Zulke asymptoten zouden in de volgende gevallen kunnen voorkomen: |
|
1. verticale
asymptoten. Bekijk de waarden van t waarvoor y naar oneindig gaat. Als x dan naar een constante waarde gaat, dan is er een verticale asymptoot. Dat zou dus ook heel goed kunnen bij t die ±∞ wordt. 2. horizontale asymptoten. Bekijk de waarden van t waarvoor x naar oneindig gaat. Als y dan naar een constante waarde gaat, dan is er een horizontale asymptoot. Dat zou dus ook heel goed kunnen bij t die ±∞ wordt. Merk op dat deze twee regels bijna hetzelfde zijn! Dat moet natuurlijk ook wel, want bij parameterkrommen is er eigenlijk geen verschil tussen x en y. Ze worden op dezelfde manier behandeld. Als je de x(t) en y(t) formules verwisselt, is het enige wat er gebeurt dat de kromme gespiegeld wordt.
3. scheve asymptoten. |
|
Voorbeeld 1. | |
Er zijn geen constante t-waarden
waarvoor x of y naar oneindig gaan. Blijft over de mogelijkheid dat t naar ±∞ gaat. Als t naar ∞ gaat, dan gaan y en x beiden naar ∞. Dat zou een scheve asymptoot kunnen zijn, maar de helling y´/x´ gaat dan ook naar ∞ (ga dat zelf maar na). Dus die scheve asymptoot is er niet. Als t naar -∞ gaat, dan gaat x naar -∞ en y naar nul. Dat betekent dat de kromme een verticale asymptoot y = 0 heeft |
|
Voorbeeld 2. | |
t naar
±∞ is nu niet zo interessant; dan gaan x en y
beiden naar nul. Dus moet je maar eens kijken wat er gebeurt als t naar -1 toegaat, want dan worden beide noemers nul, dus gaan zowel x als y naar oneindig. Dan wordt het interessant wat y'/x' doet.... |
|
De helling gaat naar -2, dus dat
is een scheve asymptoot y = -2x + b Dat betekent dat y + 2x naar b nadert als t naar -1 gaat: |
|
(om de noemer in de tweede stap
te ontbinden heb ik een
staartdeling gemaakt) De scheve asymptoot is blijkbaar de lijn y = -2x - 2/3. |
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |