|
|||||
Boek II, propositie 6. | |||||
|
|||||
In het plaatje
hiernaast: "groen = gearceerd". Dat zie je meteen omdat de witte gearceerde rechthoek gelijk is aan de groene niet-gearceerde rechthoek, maar officieel gaat het zó: |
|
||||
Teken het gearceerde
vierkant
(I-46) Teken BF // ME (I-31) Teken HI door G // AB (I-31) Teken AI // CD (I-31) |
|
||||
De bovenste twee
blauwe rechthoeken zijn gelijk (p = q)
(I-36) De onderste blauwe rechthoek is daar ook gelijk aan (q = r) (I-43) Dus p = r (L1) Tel bij beiden een paarse en een blauwe rechthoek op: p + blauw + paars = r + blauw + paars (L1) rechthoek ACHI = het gekleurde deel van vierkant MEDC Tel bij beiden EFGJ op Dat geeft groen = gearceerd in de figuur bovenaan. (L1) |
|
||||
De drie delen blauw +
blauw + paars van het vierkant MCDE noemde Euclides samen een `gnomon`. Algebraïsch staat hier: b(a + b) + (1/2a)2 = (1/2a + b)2 |
|||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |