|
|
Een voorbeeld zal
veel verduidelijken:
Neem het stelsel 2x + 4y = 20 en 3x
- 2y = 14
stap 1: maak bijv. van de eerste vergelijking x =
..... |
|
2x + 4y
= 20 ⇒ 2x = 20 - 4y
⇒ x = 10 - 2y |
stap 2: vervang in
de tweede vergelijking x door 10 - 2y: |
|
3(10 - 2y)
- 2y
= 14 ⇒ 30 - 6y
- 2y
= 14 ⇒ 30 - 8y = 14 ⇒
-8y = -16 ⇒ y = 2 |
dat geeft x
= 10 - 2y = 10 - 2 • 2 = 6
De oplossing is dus x =
6 en y = 2 |
|
|
1. |
Los op door substitutie: |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
4x + y = 10 en 3x + 2y
= 0 |
|
|
|
b. |
2x - 5y = 4 en 6x
- 10y
= 2 |
|
|
|
c. |
3x + 5y = 12 en 6y
- 2x = 8 |
|
|
|
d. |
x + 4 = 3y
- x
en 5x = 2y + 3 |
|
|
|
e. |
-2x - 4y = 9 en
3y
= x - 4 |
|
|
|
f. |
2x = 7 - 3y en 7
- 5x =
4y |
|
|
|
|
METHODE
2: LINEAIRE COMBINATIE |
|
|
Deze methode berust op het eenvoudige
basisprincipe: |
|
|
|
als a = b en c
= d dan is a + c = b +
d |
|
|
|
Neem weer het stelsel uit het voorbeeld
hierboven: 2x + 4y = 20 en 3x
- 2y = 14
Dan zegt de regel hierboven dat geldt 2x + 4y + 3x
- 2y = 20 + 14 ofwel 5x + 2y = 34.
Daar lijken we niets mee op te schieten. Het klopt misschien wel, maar
we krijgen er geen antwoord door.
Maar nou komt de truc: als we eerst de vergelijkingen met de
balansmethode veranderen kunnen we het misschien zó regelen dat bij het
optellen één van de letters wegvalt!!!!!
Neem de tweede vergelijking 3x - 2y = 14.
Die kunnen we veranderen door beide kanten met 2 te vermenigvuldigen
in 6x - 4y = 28.
En kijk wat er nu gebeurt bij optellen: 2x + 4y
+ 6x - 4y = 20 + 28 ofwel 8x = 48
dus x = 6
Invullen in één van beide vergelijkingen levert dan direct y =
2.
We noteren dat als volgt: |
|
|
|
|
Soms moet je zelfs beide vergelijkingen
ergens mee vermenigvuldigen om een letter te laten wegvallen.
Neem bijvoorbeeld het stelsel 2x - 5y = 11
en 7x + 3y = 59.
Hier zijn twee mogelijke oplossingen. Probeer zelf te achterhalen wat er
gedaan is: |
|
|
|
|
|
|
Beide methodes geven de oplossing x
= 8 en y = 1.
|
|
|
2. |
Los op door lineaire combinatie: |
|
|
|
|
|
|
a. |
2x + 3y = 6 en 5x
- 4y = 8 |
|
|
|
b. |
x + 3y = 5 en 3x
+ 8y = -10 |
|
|
|
c. |
4y = 4 - x en 5x =
8 - 3y |
|
|
|
d. |
2y + 12x = 9 en 7
- 3x =
4y |
|
|
|
e. |
-3x - 3y = 8 en 5x + 2y
- 13 = 0 |
|
|
|
f. |
2x = 5 - 3y en
5x + 2y = 7 |
|
|
|
|
|
Formules
uit een verhaaltje opstellen. |
|
|
Als het er niet bij wordt gegeven
is meestal het grootste probleem: "Wat zijn de letters?".
Daar kom je vooral achter door veel vraagstukken te oefenen, dan ga je
hopelijk zien dat ze allemaal eigenlijk veel op elkaar lijken. Als tip:
de letters zijn steeds de dingen die je moet uitrekenen.Hoe maak je
uit een tekst formules? Hier staan een paar veel gebruikte
Nederlandse zinnen met hun wiskundevertaling er achter: |
|
|
|
Nederlands |
Wiskundig |
"x is vijf
groter dan y"
"er zijn tweemaal zoveel y als x"
"het verschil tussen x en y is 18"
"de helft van x is twee minder dan y" |
x = y + 5
y = 2x
x - y = 18 of y
- x =
18
0,5x = y - 2 |
|
|
|
Je kunt, als je twijfelt of je
wel een goede formule hebt gemaakt, altijd even controleren door een
paar getallen in te vullen. Als je bijvoorbeeld bij "er zijn
tweemaal zoveel y als x" hierboven of je nou moet zeggen
y = 2x of misschien x = 2y dan
neem je gewoon twee getallen waarvoor het moet kloppen. Dat zou kunnen
zijn y = 4 en x = 2 want dan zijn er inderdaad tweemaal
zoveel y als x. De vergelijking y = 2x
geeft dan 4 = 2 • 2 en dat klopt. De vergelijking x = 2 •
y geeft 2 = 2 • 4 en dat klopt niet. De goede is dus
de eerste. |
|
|
3. |
Ik heb 40 muntstukken in mijn portemonnee. Het
zijn munten van 20 cent en munten van 1 euro. Het totale bedrag dat deze
munten waard zijn is 25,60 euro.
Hoeveel 1-euro munten heb ik? |
|
|
4. |
(kangoeroewedstrijd)
Achter in mijn tuin zitten een vast aantal kraaien (k)
op een vast aantal paaltjes (p)
Als op elk paaltje één kraai zit, zijn er 20 kraaien over.
Als de kraaien een beetje sociaal zijn gaan ze met z'n
tweeën op een paaltje zitten.
In dat geval blijven er 10 paaltjes leeg.
Hoeveel kraaien en hoeveel paaltjes heb ik in mijn tuin? |
|
|
|
|
|
5. |
Vijf flessen whisky en acht
flessen wijn kosten samen 146 euro.
Vier flessen whisky en twee flessen wijn kosten samen 86 euro.
Hoeveel kosten tien flessen whisky en zeven flessen wijn samen? |
|
|
|
|
6. |
De buurman van Jolanda heeft een
groot hok in zijn tuin met een boel kippen en konijnen. Jolanda is aan
het tellen geweest en heeft ontdekt dat er in het hok 108 poten
rondlopen en dat er 39 koppen zijn. Hoeveel konijnen en hoeveel
kippen zijn er? |
|
|
|
|
7. |
Voor het komende schoolfeest is de
leerlingenvereniging kaartjes aan het verkopen. Kaartjes voor leerlingen
kosten €2,50 en kaartjes voor ouders kosten €4,00. Na een
poosje komen ze er achter dat eigenlijk niemand heeft bijgehouden
hoeveel kaartjes van elke soort zijn verkocht. Het enige dat de
verkopers kunnen melden is dat er in totaal 80 kaartjes zijn verkocht
voor samen €242,00.
Hoeveel van elke soort zijn er verkocht? |
|
|
|
|
8. |
Bij een timmerbedrijfje werken 8 timmermannen
elk 6 uur per dag, 5 dagen in de week.
Een leunstoel timmeren kost 4 uur en een tafel kost 3 uur. Verder kost
een leunstoel €12,50 aan materiaal en een tafel €8,00. Men
werkt fulltime een hele week en verwerkt precies 689,50 aan materiaal.
Hoeveel stoelen en tafels zijn er gemaakt? |
|
|
|
|
9. |
Ik heb een grote hoeveelheid vloeistof met een alcoholpercentage van 50%.
Verder heb ik een grote hoeveelheid vloeistof met een alcoholpercentage
van 12%
Hoe kan ik daarvan door te mengen 100 liter met een alcoholpercentage
van 30% maken?
Geef je antwoord in drie decimalen nauwkeurig. |
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|