De mediaan toetsen. | ||||
In de les over de
tekentoets zag je hoe je
van het vergelijken van twee rijen getallen via een slimme truc een
bewering H0: p = 1/2 kon maken, en dus een p-toets. Precies hetzelfde kan, als iemand iets over de mediaan (weet je nog: de middelste) van een serie getallen beweert. Immers als iemand bijvoorbeeld zegt dat de mediaan van een serie getallen gelijk is aan 450, dan beweert hij dat er evenveel getallen onder de 450 zullen liggen als erboven. Dus dan is de kans dat een willekeurig getal onder de mediaan ligt 0,5 (we nemen, net als bij de tekentoets, aan dat precies de mediaan niet voorkomt). Dan kunnen we er weer een p-toets van maken, met H0: p = 1/2 Wat H1 is, hangt weer af van wat je succes noemt, en wat meneer H1 beweert. Stel bijvoorbeeld dat je succes noemt een meting onder de mediaan. • Als H1 is "de mediaan is groter dan 450" dan is dat de bewering p < 1/2, immers als de mediaan groter is dan 450, dan ligt meer dan de helft van de getallen onder de 450, dus is de kans op een getal onder 450 (succes) groter dan 1/2 • Als H1 is "de mediaan is kleiner dan 450" dan is dat volgens een zelfde redenering de bewering p > 1/2, • Als H1 is "de mediaan is ongelijk aan 450" dan is dat de bewering p ≠ 1/2 en krijg je een tweezijdige toets. Vraag je dus steeds duidelijk af: |
||||
|
||||
Andere Grenzen. Hetzelfde principe kun je ook gebruiken bij andere grenzen. Een voorbeeld zal wel duidelijk maken hoe het werkt, hoop ik. Stel dat bij een z-toets geldt H0: μ = 250 en σ = 35 en H1: μ < 250 Als meetgegevens hebben helaas alleen maar dat er 200 metingen zijn geweest waarvan er 69 een waarde onder de 230 gaven, en 131 een waarde erboven. Omdat je die metingen verder niet kent, kun je geen z-toets uitvoeren. Maar je kunt er wel een p-toets van maken, kijk maar; Als H0 klopt, dan is de kans dat een meting onder de 230 komt gelijk aan normalcdf(-∞, 230, 250, 35) = 0,2839 Als H1 klopt, dan ligt het gemiddelde lager, en zullen er méér metingen onder de 230 vallen. Dat geeft de volgende p-toets: |
||||
|
||||
De overschrijdingskans is dan
P(X ≥ 69) = 1 - binomcdf(200, 0.2839, 68) =
0,0348 Met α = 0,05 zou je daarom op grond van deze gegevens H0 moeten verwerpen. |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |