Checklist VWO Wiskunde B1
Domein Bg; Functies en Grafieken.
basisgrafieken van x2 , x3 , x4, Öxx1/3, 1/x, 1/x², sin x, cosx, tan x,  gx , glog x  kennen
domein en bereik kunnen bepalen van alle functies hierboven.
randpunten kunnen herkennen.
verticale en horizontale asymptoten kunnen opsporen.
Basistransformaties op grafieken kunnen toepassen en het verband tussen formule en grafiek begrijpen;
• verschuiven in de x-richting     • vermenigvuldigen tov de x-as    • spiegelen in de x-as
• verschuiven in de y-richting     • vermenigvuldigen tov de y-as     • spiegelen in de y-as
functies bij elkaar optellen en het resultaat beschrijven.
inverse functies en grafieken.
parameters in formules kunnen gebruiken.
functies schakelen.
lineair verband opstellen en gebruiken.
kwadratische functies ontbinden in factoren.
een kwadratische vergelijking oplossen; de ABC-formule.
hogere machten ontbinden in factoren.
rekenen met wortels.
rekenen met breuken.
vergelijkingen xn = p  oplossen.
exponentieel verband opstellen en gebruiken.
rekenen met machten.
rekenen met logaritmen.
grondtal veranderen bij logaritmen.
het getal e en de functie lnx kunnen gebruiken.
logaritmische schaal gebruiken.
ongelijkheden oplossen.
absolute waarde kunnen gebruiken.
entier kunnen gebruiken.
grafische rekenmachine gebruiken.
Domein Cg; Discrete analyse
toenamediagrammen tekenen en er conclusies uit trekken.
werken met Dy en Dx en differentiequotiënten, begrijpen wat het voorstelt.
de helling van een grafiek in een bepaald punt benaderen met een differentiequotiënt/differentiaalquotiënt.
de hellinggrafiek bij een gegeven grafiek schetsen, en omgekeerd de grafiek bij een gegeven hellinggrafiek.
de hellinggrafiek bij een gegeven formule met je rekenmachine benaderen en gebruiken.
meetkundige en rekenkundige rij kennen; recursieformules en directe formules kennen.
formules voor de verschilrij kunnen geven en gebruiken voor meetkundige en rekenkundige rijen.
formules voor de somrij kunnen geven en gebruiken voor meetkundige en rekenkundige rijen.
notaties met S kunnen gebruiken.
Domein Dg;  Meetkunde
aanzichten van een lichaam tekenen en interpreteren.
een serie parallelle doorsneden kunnen interpreteren.
eenvoudige doorsneden construeren en op ware grootte tekenen.
hoogtelijnen tekenen.
hoogtekaarten gebruiken; toppen en zadelpunten opsporen.
SOS-CAS-TOA gebruiken.
gewone coördinaten en poolcoördinaten in elkaar omzetten.
de sinusregel en de cosinusregel kunnen gebruiken.
vectoren optellen en aftrekken.
een vector ontbinden in componenten.
oppervlakte en omtrek van driehoek, parallellogram, cirkel en daaruit samengestelde figuren kennen.
Domein Eg;  Combinatoriek en Kansrekening
Venn-diagrammen kunnen gebruiken; doorsnede en vereniging
boomdiagrammen en roosterdiagrammen tekenen en gebruiken bij telproblemen.
complementregel
het aantal routes in een rooster tellen.
permutaties nPr gebruiken.
combinaties nCr gebruiken.
de driehoek van Pascal kunnen gebruiken in het binomium van Newton.
kansen benaderen uit een tabel met meetgegevens of uit een simulatie.
voorwaardelijke kansen berekenen.
onafhankelijkheid bij kansproblemen herkennen en gebruiken.
kansen berekenen als aantal gunstige mogelijkheden/totaal aantal mogelijkheden.
kansen berekenen met behulp van kansbomen of andere redeneringen.
een kansverdeling maken.
een verwachtingswaarde berekenen.
de binomiale verdeling herkennen en gebruiken.
cumulatieve kansen met de binomiale verdeling.
verwachtingswaarde en standaarddeviatie van de binomiale verdeling berekenen.
Domein Bb;  Differentiaal- en Integraalrekening
afgeleide gebruiken om extremen op te sporen.
vergelijking van een raaklijn opstellen.
uitleggen wat transformaties (verschuiven, uitrekken) voor gevolg hebben voor de afgeleide.
toenemende/afnemende stijging/daling bestuderen met afgeleide en tweede afgeleide.
buigpunten vinden.
snelheid en versnelling berekenen.
verschillende notaties voor afgeleide kennen.
een formule opstellen in een optimaliseringprobleem.
afgeleide van xn , 1/x 
afgeleide Öx
afgeleide van sinx, cosx, tanx
afgeleide van gx , glog x
productregel.
quotiëntregel.
kettingregel.
een integraal opstellen, en primitieven van standaardfuncties bepalen.
een Riemann-som gebruiken om een integraal te benaderen.
oppervlakte tussen twee grafieken berekenen.
de inhoud van een omwentelingslichaam berekenen.
integralen opstellen bij toepassingen:
afgelegde weg, zwaartepunt, arbeid, potentiële energie, lengte van grafiek, oppervlakte ruimtelijke figuur.
Domein Db; Goniometrische functies
graden en radialen in elkaar omrekenen.
snappen wat sinx en cosx te maken hebben met een cirkelbeweging.
evenwichtsstand, periode, faseverschil, frequentie, amplitude kennen.
bij een gegeven sinusoïde een formule opstellen.
vergelijkingen met sinus of cosinus oplossen.
formules voor sin(t + p), cos(t + p), sin(t + ½p), cos(t + ½p), sin(-t) en cos(-t) e.d. kunnen afleiden.
formules voor sin2t en cos 2t gebruiken.
formules voor sin(t ± u), cos(t ± u), sint ± sinu , cost ± cosu gebruiken.
sin2t + cos2t = 1  en  tan t = sin t/cos t gebruiken.
gemeenschappelijke periode opsporen.
parameterkrommen (Lissajoux- figuren) onderzoeken.
snijpunten met de assen, horizontale en verticale raaklijnen.
baansnelheid en helling van een parameterkromme bepalen.
keerpunten bepalen en de helling in een keerpunt benaderen.
Domein Eb; Normale verdeling en toetsen van hypothesen
begrippen variantie en standaardafwijking kunnen gebruiken.
standaardafwijking van som of gemiddelde van meerdere metingen berekenen.
normale verdeling (gemiddelde en standaarddeviatie) met twee vuistregels kennen.
berekeningen aan klokvormen.
normaal waarschijnlijkheidspapier gebruiken als test en om m en s te bepalen.
een binomiale verdeling normaal benaderen.
een toets opstellen (één- en tweezijdig) en uitvoeren met de normale verdeling.
Terminologie
Deze woordenlijst moet je begrijpen en kunnen toepassen: